Datum :
25 januari 2019Voor de ondernemer die door de bomen het bos niet meer ziet….hoe zit het ook alweer met de dividendtest
Het jaar zit er weer op en het dividendseizoen komt er aan. Dit heeft invloed op de aansprakelijkheid van bestuurders voor wat betreft het uitkeren van dividend. Dit geldt voor de volgende handelingen (vormen van uitkeren van vermogen):
- Uitkering van de winst of reserves (dividend);
- Terugbetaling op aandelen in het kader van kapitaalvermindering;
- Inkoop van eigen aandelen, anders dan om niet.
Balanstest en uitkeringstoets
Het bestuur van een vennootschap is onder het huidige B.V.-recht (let wel: iedere B.V. is tegenwoordig een zogenaamde flex B.V.) verplicht om bij elke hierboven genoemde vorm van vermogensuitkering aan aandeelhouders na te gaan of dit verantwoord is. Uit de wet volgt dat:
- de AVA bevoegd is tot het nemen van een besluit tot vaststellen van een uitkering voor zover het vermogen groter is dan de wettelijke en statutaire reserves. Dat wordt balanstest genoemd.
- het besluit geen gevolg heeft totdat het bestuur goedkeuring verleent.
- het bestuur slechts goedkeuring weigert als zij weet/redelijkerwijs behoort in te zien dat de vennootschap na uitkering niet zal kunnen doorgaan met het betalen van haar schulden. Dat is de uitkeringstoets of uitkeringstest.
Anders gezegd: aan deze verplichtingen zijn voor bestuurders en aandeelhouders aansprakelijkheidssancties verbonden
Met als gevolg van een persoonlijk aansprakelijk voor tekorten bij de B.V. die ontstaan zijn door de uitkering, vermeerderd met de wettelijke rente. Let bij de balanstest op negatief vermogen en op de wettelijke en/of statutaire reserves, bv. bij de aanwezigheid van deelnemingen. Bij niet uitgekeerde dividenden van deelnemingen (die zijn gewaardeerd tegen de intrinsieke waarde) moet een wettelijke reserve op de balans worden opgenomen. Dit is beklemd vermogen en beperkt de mogelijkheid tot het doen van dividenduitkeringen.
Bij de dividendtest gaat het om een belangenafweging tussen aandeelhouders en schuldeisers; de continuïteit
van de vennootschap op langere termijn heeft de prioriteit!
Volgens de parlementaire behandeling is de beoordelingsperiode een jaar vanaf de uitkering. Echter, voorzienbare zaken daarna moeten ook worden meegenomen.Het vastleggen van balans- en uitkeringstest is niet expliciet voorgeschreven, maar verdient wel degelijk aanbeveling en versterkt de positie bij een eventuele aansprakelijkheidsstelling.
Wij kunnen u helpen uw aansprakelijkheid te beperken.
Gerelateerde artikelen
Nederlandse bedrijfsopvolgingsregelingen in het kort. Bij de overgang van een…